Vorige maand eindigden we met een oefening waarbij je steeds 3 tonen per snaar speelt. Daar gaan we nu mee verder.
Voorbeeld 1 is een A mineur toonladder met wat extra tonen erbij, zodat je dus 3 tonen per snaar krijgt. Het handige van die indeling is dat je het patroon dat je speelt precies zo kan spelen op een andere positie in een heel andere toonladder bijvoorbeeld.
Lick1 langzaam
Lick 1 snel
Voorbeeld 2. Dat is precies dezelfde toonladder maar dan vanf de c op positie 8. Dat is leuk want dit is de tweede stem.
Lick2 langzaam
Voorbeeld 3 is een A mineur toonladder maar dan verdeeld over groepjes van 3 tonen per snaar. Je moet wel even je vingers strekken.
Lick 3 langzaam
Lick 3 snel
Melodieën bestaan uit tonen uit toonladders. Als je die op deze manier instudeert wordt het heel makkelijk om bijv tweestemmige gitaarpartijen uit te zoeken of te bedenken. Waarover volgende maand meer.